Aangenomen wordt dat de Guanchen, de inheemse bewoners van Tenerife, vanuit Afrika voet aan land zetten van dit eiland, en wel in de eerste of tweede eeuw v. Chr.
Deze vroege bewoners woonden in grotten. Prima accommodatie, want koel in de zomer en warm in de winter. Volgens de overleveringen waren dit lange, blanke mensen, met blond haar en blauwe ogen.
Niemand weet precies waarom en hoe de Guanchen op Tenerife terecht kwamen, omdat er geen enkel bewijs is dat suggereert hoe de ze oceaan zijn overgestoken vanuit Afrika. Een theorie is dat ze op het eiland werden achtergelaten door piraten of dat ze verbannen werden door hun eigen mensen. Het is ook heel goed mogelijk dat ze met een vlot zijn overgevaren.
De sociale structuur van de Guanchen was redelijk vooruitstrevend. Er was een leider die een groep adviseurs onder zich had, die ook als leidinggevend werden beschouwd. Uiteindelijk werden ze ontdekt door de Spanjaarden die merkten dat het eigenlijk een heel vooruitstrevend volk was. Zo erg zelfs dat ze over aardewerk beschikten. Hun dagelijks voedsel bestond voornamelijk uit geiten- en varkensvlees, fruit, boter en melk en ze droegen tunieken gemaakt van leer.
De Guanchen bestaan niet langer als etnische groepering, hoewel veel Canariërs heel trots zijn op hun voorouders die nog steeds door hun bloed stromen. In sommige woorden die vandaag de dag nog steeds gebruikt worden zijn nog sporen van de Guanchen terug te zien. Kinderen op Tenerife leren op school nog veel over de vroegste bewoners.
De bewoners van het huidige Tenerife zijn warm, vriendelijk en ontspannen. Ze zijn gewend aan de vele verschillende nationaliteiten die hun eiland komen bezoeken en de huidige bevolking is een goede etnische mix.
Elke eilandbewoner heeft zijn eigen identiteit op zijn eigen eiland, afhankelijk van het eiland waarop ze wonen. Op Tenerife worden de lokale bewoners Tinerfeños genoemd.
